Het is maandag en ik heb afgelopen weekend teveel lekkere dingen gegeten en teveel ongezonde drankjes gedronken. Tijd voor een lichte en slanke maaltijd. Maar wel eentje met pit. Deze vegetarische salade is pittig, zuur en zout. Alleen zoet ontbreekt en volgens de wetten van de Oosterse keuken hoort die smaak er eigenlijk ook nog bij. Maar niet in dit recept en dat is maar goed ook want een schep suiker toevoegen zou dit maaltje weer minder slank maken.
Wat heb je nodig voor 2 personen?
- 4 bos- of lente-uitjes
- 1 zakje gemengde eikenbladsla (van de AH, ‘gewone’ sla mag ook maar doe er dan wat losse rucola doorheen)
- 1 bosje verse koriander
- sugar snaps of peultjes (zoveel als je lekker vindt)
- diepvrieserwten (zoveel als je lekker vindt)
- 1 limoen
- 1 bakje tofu, fijngesneden of al gesneden tofu-reepjes
- 4 eetlepels Oosterse roerbakolie (Conimex heeft een lekkere)
- 2 theelepels rode currypasta (of meer :-))
- 1 a 2 eetlepels Japanse sojasaus
- zout en peper
Hoe maak je het?
1. Verhit in een wok de helft van de olie en bak de currypasta hier even in, tot ‘ie goed geurt. 2. Roer de tofu door de curry en bak dit op laag vuur zo’n tien minuten. 3. Was intussen de uitjes en snijd ze in dunne ringetjes. Snijd de koriander fijn. 4. Kook de sugar snaps of peulen samen met de diepvrieserwten heel kort; 3 à 4 minuten. Spoel daarna koud af en laat ze afkoelen. 5. Boen de limoen schoon en rasp de schil. Pers de limoen uit. 6. Meng het limoensap (ongeveer 1 eetlepel) met de overgebleven olie en wat peper en zout. 7. Vermeng in een schaal de sla, uiringetjes, erwten, sugar snaps, koriander, dressing, limoenrasp en de gebakken tofu.
Wat smaakt er lekker bij? Naanbrood! Indiaas en dus eigenlijk niet helemaal passend, maar wel héél lekker bij deze salade. Een andere optie is om er noodles bij te maken. 
Een beetje gaar van het Bockbierfestival, een jarige maar werkende Lief in huis en zin in iets lekkers. Tijd voor mini quiches met blauwe kaas. Eén keer eerder maakte ik ze maar dat was niet zo’n succes. Het was kerst, er lag sneeuw en ik had een kater, en toen ik dacht slim te zijn en de rijst die ik gebruikt had bij het bakken van de deegbodems buiten in de tuin van mijn ouders te gooien, lieten de bodems los. Dit keer ging het beter. Overigens staat in het originele recept hoe je zelf deeg moet maken (met bloem, water en boter) maar daarvoor was ik vandaag te lui. Kant-en-klaar deeg dus. Net zo lekker, wel zo makkelijk.
Wat heb je nodig voor ongeveer 12 taartjes?
- 6 plakjes deeg voor hartige taart (diepvries)
- 25 gram boter
- 2 stengels bleekselderij
- 1 prei
- 2 deciliter slagroom
- 200 gram stilton kaas
- zout en peper
- 3 eierdooiers
- verse peterselie voor de garnering
- 25 gram walnoten
- muffinvorm voor minimaal twaalf taartjes
- deegroller en wat meel
Hoe maak je het?
1. Verwarm de oven voor op 200°C. 2. Laat de plakjes deeg ontdooien en kneed ze daarna tot één bal. Maak de walnoten fijn in een vijzel en kneed deze door het deeg. 3. Maak twaalf kleine balletjes van het deeg en rol deze uit met de deegroller die je hebt bestoven met meel. Strooi ook wat meel op de ondergrind waarop je rolt, tegen het plakken. 4. Vet de muffinvorm in met een beetje boter en bekleedt de hokjes met het deeg. 5. Leg op elke plak deeg een stukje bakpapier, strooi daarover heen wat droge bonen of (goedkope) rijst en bak de deegbodems ongeveer vijf minuten. 6. Snijd de bleekselderij en de prei in dunne ringen, smelt de boter in een pan en stoof de groente zachtjes gedurende vijftien minuten. 7. Voeg twee eetlepels slagroom toe, verkruimel de kaas en roer deze door het mengsel heen. 8. Verwarm in een ander pannetje de rest van de slagroom tot net vóór het kookpunt en voeg dan de eidooiers toe. 9. Roer het goed door en voeg dan het kaas/groentemengsel toe. 10. Vul elk muffinhokje met het mengsel en bak de taartjes gedurende vijftien minuten in de oven. Garneren met peterselie.
Wat smaakt er lekker bij?
De taartjes zijn machtig dus een lunch op zich. Voor het avondeten eventueel aanvullen met een lichte salade. 
Het was echt een mysterie. In een recept van ZTRDG.nl (een site met seizoensrecepten = leuk!) stond dat ik voor venkel met ricotta en romige tomatensaus een ei nodig had. Maar eenmaal aan het koken, kwam het ei niet meer terug in de bereidingswijze. En dus maakte ik dit gerecht mét venkel, mét ricotta en mét tomatensaus maar zónder een ei. En dat ging uitstekend, bleek tijdens het verjaardagsfeestje van mijn vader, waar niemand van de aanwezigen heeft gezegd dat er iets miste aan het gerecht. Ricotta-venkel dus, zónder ei.
Wat heb je nodig voor ongeveer 12 stukken gevulde venkel?
- 3 venkelknollen
- 250 gram ricotta
- 3 eetlepels grof broodkruim (gewoon wat oud wit brood verkruimelen)
- 1 teen knoflook
- 1 ui
- 2 theelepels oregano
- 3 eetlepels olijfolie
- 1 blik tomatenblokjes (ik heb ook nog een klein blikje geconcentreerde tomatenpuree gebruikt omdat ik de saus te slap van smaak vond)
- 250 milliliter (slag)room
- 200 gram Parmezaanse kaas
- zout en peper
- mespuntje suiker
- grote ovenschaal of braadslee
Hoe maak je het?
1. Verwarm de oven voor op 180°C, snijd de venkelknollen aan de onderkant in en trek de rokken van de knollen los van elkaar zodat je vulbare ‘bootjes’ krijgt. 2. Maak de stukken schoon en kook ze in water met een beetje zout. Kook ze maximaal 15 minuten maar korter is lekkerder!! Giet ze daarna af en spoel ze af met koud water. 3. Meng de ricotta met broodkruim, de gesnipperde knoflook, olijfolie, oregano, een deel van de geraspte Parmezaanse kaas (bewaar genoeg om de venkel straks mee te bestrooien!), en zout en peper. Vul de stukken venkel met dit mengsel. 4. Snipper de ui en bak ‘m eventjes. Voeg de tomaten toe, een mespuntje suiker en wat zout en peper. Laat de saus 10 minuten zachtjes stoven. Voeg daarna de room toe en laat de saus nog even inkoken. 5. Doe de saus in een grote ovenschaal of braadslee en leg de gevulde venkel hier bovenop. Bestrooien met Parmezaanse kaas en 10 minuten in de oven zetten.
Wat smaakt er lekker bij?
Wij aten de venkel samen met allerlei andere hapjes en hadden één stuk per persoon. Als hoofdgerecht zou ik kiezen voor meerdere stukken per eter en dit serveren met lekker brood en een simpele salade; de venkel is al smaakvol zat. 
